In Focus: ‘Andromeda girl’

Na het grote succes van het album ‘Reality fills fantasy’ en de single ‘Weekend’ moest worden geprobeerd het succes te evenaren. Alle hoop werd gevestigd op het nieuwe album ‘Andromeda girl’.

In het voorjaar van 1981 wordt het zevende album van Earth and Fire opgenomen in de Blaricumse Soundpush-studio’s, waar de groep ongeveer 28 dagen heeft doorgebracht. Onder leiding van producer Gerrit-Jan Leenders werden negen stukken opgenomen. ‘Andromeda girl’ werd op 7 september 1981 uitgebracht in niet alleen Nederland, maar tegelijkertijd ook in België, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Als eerste visitekaartje van het album verschijnt een kleine twee weken later het nummer ‘Dream’ op single, gevolgd door ‘Tell me why’ en ‘Love is an ocean’. Overigens was ‘Tell me why’ als eerste single bedacht, maar dit plan werd uitgesteld om verwarring te voorkomen met Anita Meyer’s ‘Why tell me why’ dat destijds een monsterhit was.

Ondanks dat het bij voorbaat al een moeilijke opgave was het succes van ‘Reality fills fantasy’ en ‘Weekend’ te evenaren viel het succes van ‘Andromeda girl’ daarbij behoorlijk in het niet. Alhoewel het album de top 10 van best verkochte LP’s in Nederland bereikt is het succes van de plaat in het buitenland mager. Bovendien zijn de van het album afkomstige singles amper hits te noemen. ‘Dream’ bereikt nog de Top 40, maar de opvolgers ‘Tell me why’ en ‘Love is an ocean’ waren de eerste singles in de geschiedenis van Earth and Fire die de Top 40 niet behaalden en in de Tipparade bleven steken. Zelfs een speciale 12 inch discosingle van ‘Love is an ocean’ om succes en airplay in de discotheken te vergroten mocht niet baten.

De nummers

De titelsong ‘Andromeda girl’ is gebaseerd op de Andromeda nevel. Het is het verhaal van een astronaut die een reis in de ruimte maakt. De tekst beschrijft zijn vertrek, de reis en de terugkomst op aarde. Tijdens zijn reis komt de astronaut ‘iets’ tegen wat hem ervan bewust maakt dat alles op aarde slecht is. Mensen doen elkaar nodeloos pijn. ‘The Andromeda girl’ echter biedt hem universele liefde. Als hij terug komt op aarde en het verhaal vertelt, wordt hij door niemand, behalve door zijn vrouw, geloofd. Ze denken dat hij gek is. Jerney: ‘We hebben het verhaal die wending gegeven omdat alle astronauten zijn geflipt. Op een na zijn ze allemaal gescheiden. Velen zitten in een inrichting. Ze maken een keer zo’n reis en daarna hoor je niets meer van ze.’ Het nummer ‘What more could you desire’ werd door Ab Tamboer geschreven. Ab: ‘Het is een ruzie tussen een jongen en een meisje. De jongen zingt wanhopig dat hij op de dag wacht wanneer hij afstand zal kunnen doen van zijn materiële zaken en er geen waarde meer aan zal hechten. Het meisje vraagt hem waar hij nou eigenlijk mee bezig is en maakt hem attent op zijn foute levensstijl.’
Ronnie Meyjes schreef het nummer ‘You’, een easy-listening nummer tussen al het muzikale ‘geweld’ op de LP. Andere nummers op het album zijn ‘Singer in the rain’, de singles ‘Dream’, ‘Tell me why’ en ‘Love is an ocean’, het op disco georiënteerde nummer ‘From shore to shore’ en het prachtige, jazz-achtige ‘Just one chance’, waar vooral het gitaarspel van Ronnie Meyjes opvalt.

Hoesontwerp Het idee van de voorkant van de hoes was afkomstig van de groep, en werd gerealiseerd door Billie Glaser: Jerney – soft-focus gefotografeerd – met op de achtergrond de Andromeda-nevel. Op de achterkant van de hoes staat Jerney met haar gezicht naar die nevel toe. In recensies werd destijds gesproken over een goedkope ’13 in een dozijn’-hoes, en ook fotograaf Glaser heeft tegenwoordig weinig goede woorden meer over voor de foto.

In Focus: covers van Earth and Fire

Door de jaren heen zijn Earth and Fire-nummers zoals Memories, Maybe tomorrow, maybe tonight en Weekend vaak door andere bands en artiesten opgenomen. In deze In Focus-aflevering gaan we in op de covers die die officieel zijn uitgebracht.

Hazy paradise
Ghost
Voor het album Hypnotic Underworld heeft de Japanse band Ghost begin 2004 een coverversie opgenomen van het nummer Hazy Paradise, de B-kant van de eerste single van Earth and Fire uit 1969. Masaki Batoh (zanger en gitarist van de band) schreef het arrangement oorspronkelijk voor Damon & Naomi in 1999, maar het is door hun nooit opgenomen. Vervolgens nam Batoh het zelf op. Naast Hazy Paradise is ook het nummer ‘Dominoes’ een cover: dit nummer is oorspronkelijk van Syd Barrett. De andere tracks op het album Hypnotic Underworld van Ghost zijn door de groep zelf geschreven.

Hypnotic Underworld – Ghost

Ruby is the one
Claw Boys Claw

Het nummer Ruby is the one is in 1988 opgenomen door de groep Claw Boys Claw, een Amsterdamse gitaarband. Het album Hitkillers, waar de cover van Ruby is the one op te vinden is, is opgenomen in de SPN-studio’s en bevat een verzameling covers van Nederpopklassiekers. Over de cover van Ruby is the one zegt Peter te Bos in een interview in Muziekkrant Oor: ‘Origineel is het aardig, maar als wij dat spelen klinkt het als kut op dirk.’

Hitkillers – diverse artiesten

Memories
DJ Baleares (feat. Jerney K.)
Memories is gebruikt door DJ Baleares en in 2000 op 12 inch verschenen. Er zijn twee versies opgenomen: de Hole in one dub mix en de Shrink Mix. Deze laatste begint met een bekend, vaak gebruikt piano-deuntje. Label: Nutrition ‎– NUT 061

Memories – DJ Baleares (feat. Jerney K.)

Weekend
Chips

In 1980 nam de Zweedse popgroep Chips een cover van Weekend op. Chips is een meidenduo bestaande uit Elisabeth Andresson en Kikki Danielsson. Voor Zweden deden ze mee aan het Eurovisie Songfestival in 1982 met het nummer ‘Dag efter dag’.

De Strangers
In 1980 werd het nummer Weekend opgenomen door de Antwerpse groep De Strangers, een jaar na het origineel van Earth and Fire. De Strangers werden in 1952 opgericht door Gust Torfs, die Alex Boeye, Pol Bollansee en John De Wilde, allemaal vrienden uit de Antwerpse wijk ‘Het Kiel’, wist te overtuigen een zanggroep te vormen. Buitenlands groepen zoals de Hi-lo’s, de Four Aces en de Mills Brothers waren op dat ogenblik hun grote voorbeeld. De cover van Weekend was, onder de titel Pluchke, te vinden op de LP Troef van De Strangers uit 1980. Op dat album waren meer covers te vinden, waaronder Visite van Lenny Kuhr en Can’t stop the music van de Village People.

Conny Morin
Ook in 1980 verscheen de cover van Weekend van de Duitse schlager-zangeres Conny Morin: Kein Mädchen für das Wochenende. Conny Morin werd rond 1979 door Michael Schanze in zijn show Hatten Sie heut Zeit fur uns? geïntroduceerd en werd in korte tijd zeer bekend. Een volgende mijlpaal haalde Conny in haar jonge carrière met een optreden in de ZDF-hitparade met het nummer Hin und Her. Gelijk na het gastoptreden bij Dieter Thomas Heck ging Conny Morin weer de platenstudio in. Ze nam daar de Duitse versie op van het nummer Weekend van Earth and Fire. De Duitse vertaling kwam van O. Pinion. Het verscheen op het label Ariola – 101 772, Ariola – 101 772-100.

Gry
Ook de buitenlandse formatie Gry nam een cover op van Weekend. Het verscheen in 1980 als B-kant op Cascade CCSL 801. Op de single staat naast Gerard Koerts ene dt. Vivian vermeld bij de componist / tekstschrijver. Waarschijnlijk is er dus een vertaling van ‘Weekend’ gemaakt. Over Gry is verder weinig bekend. Het verscheen bij
Cascade (4) – CCSL 801.

Kid Q
In 2002 stond Weekend na 23 jaar weer in de hitlijsten: Kid Q (Quesran) bracht in dat jaar namelijk een techno-cover van dit nummer uit onder de titel This feeling. Een vernuftige song, met originele vocalen en dansbare housebeat. Meerdere versies van dit nummer werden opgenomen, waaronder een Club Mix en een Acrylites Hard Remix.

This Feeling – Kid Q

Scooter
Bijna in dezelfde periode als het nummer This feeling van Kid Q verscheen er ook een nieuwe versie van Weekend door de Duitse techno-groep Scooter. De groep is opgericht in 1994 door H.P. Baxxter, Rick Jordan en Ferris Bueller. Deze cover van Weekend verscheen in 2003 op single onder het label Sheffield, en is in 3 versies opgenomen: Weekend (Radio Edit), Weekend (Extended) en Weekend (Club Mix). Dankzij deze 2 covers van Kid Q en Scooter raakte Weekend ook bij een nieuwe generatie bekend. Label: ASIN B001KR7Q1I.

Weekend – Scooter

Fire of love
Romeo + Julia
Het Duitse duo Romeo + Julia nam in 1980, enkele maanden nadat het origineel van Earth and Fire op single verscheen, een Duitstalige cover op van Fire of love onder de titel Feuer und eis. De 3.48 durende cover verscheen op single onder het Philips-label (6005 029) met op de B-kant het nummer Dur wir beide. Opvallend is dat op het label onder de titel van het nummer de naam van Bert Ruiter verkeerd is geschreven. Er staat namelijk: Rutier/Kaagman/W. Bierschenk. Rutier is dus geen typefout van ons!

Feuer und Eis – Romeo+Julia

Love light (Jerney Kaagman solo)
Robbie Leslie
Van Jerney’s ‘Love light’ werd in de jaren tachtig een 12 inch uitgebracht in de Verenigde Staten. Het was onder een klein, onbekend label. Robbie Leslie maakte een remix van de multitrack radio versie van dit nummer. Hij deed dit in een studio in New York. Leslie’s remix van Love light verscheen in 1986 op single bij M Records, labelnummer 186MR. De mix werd op menig dansfeest gedraaid.

Niet op single verschenen, maar wel de moeite waard, is de remix die Glenn Rivera in 2017 maakte van de remix van Robbie Leslie. Hij noemt zijn versie de ReStructure Mix.

https://www.youtube.com/watch?v=PEWC3_TY_UY

In Focus: ‘In a state of flux’

In een voortdurende staat van verandering. Dat is de letterlijke betekenis van de titel van het achtste album van Earth and Fire: ‘In a state of flux’. Voortbordurend op de sound van ‘Andromeda girl’ verscheen deze LP in november 1982. Een LP volgens een heel nieuw, commercieel, recept. Een recept waarmee veel oude fans verloren gingen, maar waarmee ook een nieuwe jonge groep fans werd gewonnen.

Na de release van het album ‘Andromeda girl’ in het najaar van 1981 loopt het contract met Phonogram af. Earth and Fire tekent een nieuw contract, niet bij Phonogram maar bij platenmaatschappij Dureco (Dutch Record Company) te Weesp. ‘Men heeft ons bij Dureco een aantrekkelijker voorstel gedaan’, aldus Jerney in 1982. Bij de ondertekening van het contract in 1982 zijn, naast Jerney, Gerard, Ab, Ronnie en Bert, Frits van Swol van Dureco en de toenmalige Dureco-directeur Dolf van Nijnatten aanwezig. Het contract staat voor het maken van 2 albums. Uiteindelijk zou blijken dat de groep het tweede op te nemen album niet kon vervullen toen de band uit elkaar viel. Jerney nam vervolgens haar soloalbum ‘Made on earth’ op bij de platenmaatschappij.

Op 31 oktober 1982 werd het nieuwe album gepresenteerd in de studio van Dureco te Weesp, waar veel fans zich hadden gegroepeerd om, samen met de bandleden, de tracks te beluisteren. Er waren enkele opvallende veranderingen te signaleren. Voor het eerst in haar geschiedenis produceerde de band het album zelf. Daarnaast ontbrak voor het eerst een lang nummer die door fans altijd in hoge mate werden gewaardeerd. Het zeseneenhalf minuten durende ‘I don’t know why’ had iets te weinig diepgang om het gemis goed te maken. Voor ‘In a state of flux’ werden het tien korte nummers: allemaal eigen composities en arrangementen. Vaak gelikte, commerciële nummers die nog maar weinig te maken hadden met het ‘oude’ Earth and Fire. De groep ging met haar tijd mee, maar een grote groep fans haakte af. Het oude Haagse bandje dat ooit zo opviel was teveel eenheidsworst geworden. De nieuwe sound van de groep trok echter ook weer een hele nieuwe groep jonge fans aan.

Het album ‘In a state of flux’ was simpeler van opzet dan zijn voorganger. De composities waren kort en kernachtig. Verdwenen waren de disco- en reggae-invloeden die op ‘Andromeda Girl’ nog duidelijk aanwezig waren. De absolute hoogtepunten zijn te vinden op kant 2, met na de instrumentale titelsong een geweldige finale in de vorm van ‘Dona nobis pacem’. Het zijn deze afsluiters die nog enkele typische Earth and Fire-invloeden laten horen.

Een eerste singlekeuze was snel gemaakt. ’24 hours’, weer een echte Koerts-compositie, moest de nieuwe ‘Weekend’ gaan worden. Het nummer bereikt de top 15 van de Nederlandse Top 40 en daarmee scoort de groep weer een ouderwets grote hit die ook in Duitsland aanslaat. ‘Jack is back’, een nummer van Jerney en Bert, is de tweede single en bereikt met pijn en moeite de hitlijst. Hetzelfde verhaal voor de derde single ‘The two of us’ dat naar aanleiding van het enorme aantal enthousiaste reacties van de fans verschijnt.

Hoesontwerp

Zonder de teksten te kennen ontwierp George Kramer de hoes van de LP. De kreeft heeft natuurlijk te maken met Jerney’s sterrenbeeld. Op de voorzijde wordt de kreeft met een injectienaald zilver ingespoten. Trek je de binnenhoes eruit, dan zie je op de foto Jerney met een verzilverde kreeft om haar nek. Dat slaat dan weer terug op de titel van het album, ‘In a state of flux’.

In Focus: videoclip ‘My mystery man’

In 1984 doet Jerney haar best haar solocarrière zo succesvol mogelijk te laten verlopen. Voor haar derde single ‘My mystery man’ neemt ze zelfs een videoclip op als een van de eerste vrouwelijke artiesten in Nederland.

Niemand minder dan Barry Hay van de Golden Earring maakte samen met Myrna van Gilst, Erwin Steen en Jerney Kaagman het script. Myrna regiseerde het geheel. De bekende acteur Carol van Herweynen speelde de rol van nachtclubeigenaar. Ook speelt een van de vroegere leiders van de fanclub mee, Gert Oosterhuis speelt de straatveger! De clip is eenmaal uitgezonden, namelijk bij het Veronica-programma Formule 1. De Engelse zender Sky Channel heeft de clip wel regelmatig vertoond.

De opnames voor de videoclip begonnen op 21 november 1984 en vonden plaats in nachtclub ‘Piccadilly’ in Amsterdam. In totaal is er drie dagen gefilmd, en dan dagen van negen uur ‘s ochtends tot negen uur ‘s avonds. Voor de (korte) buitenscène werden door de politie verschillende auto’s weggesleept en de straat gedeeltelijk afgezet omdat er ruimte gemaakt moest worden voor een kraan van waaruit werd gefilmd.

Het script

 In een nachtclub met veel rood pluche is tijdens een repetitie een hevige ruzie aan de gang tussen de zangeres en de eigenaar. De zangeres stapt woedend op en laat de eigenaar wanhopig achter. Hij duwt een sigarettenverkoopster (gespeeld door Jerney) het toneel op. Drie andere vrouwelijke personeelsleden worden door hem gebombardeerd tot achtergrondballet en achter de sigarettenverkoopster het toneel op geduwd. De repetitie wordt na deze noodgedwongen wijziging voortgezet. De eigenaar is vol spanning. Zijn vertrouwen groeit als hij merkt Jerney goed aanslaat bij het overige personeel. Hij besluit de gok te wagen en stuurt ze naar de kleedkamer om zich snel te verkleden en op te maken.

Het publiek stroomt binnen. Jerney komt mooier dan ooit op en weet het publiek al na enkele maten enthousiast te maken. Het optreden is een groot succes. De spanning wordt verhoogd wanneer een bekende rijke Italiaan met twee opzichtige dames en een bodyguard de nachtclub betreedt. De eigenaar van de club is pas gerustgesteld als hij merkt dat Jerney ook op hem een betoverende indruk maakt. Als deze bekende persoonlijkheid ook nog als eerste een staande ovatie geeft, kan de eigenaar zijn geluk niet op. Maar als aan het eind van het liedje blijkt dat Jerney niet van plan is haar leven in deze nachtclub te slijten nu de rijke Italiaan haar een gouden toekomst belooft en zij gezamenlijk het pand verlaten, blijft de eigenaar verpletterd achter. Jerney kijkt over haar schouder nog even om, maakt een kus-gebaar naar de eigenaar, lacht even en loopt met haar ‘mystery man’ weg.

In Focus: ‘Run’, Jerney solo

Na het tegenvallende succes van het eerste solo-album van Jerney Kaagman, ‘Made on Earth’, verschijnt in de eerste week van november 1987 Jerney’s langverwachte tweede solo-elpee: ‘Run’, volwassener en professioneler opgezet dan zijn voorganger.

‘Run’ kent meer een eenheid qua nummers in tegenstelling tot ‘Made on Earth’ die juist zo werd gekenmerkt door veel diverse stijlen. Even zag het er naar uit dat er een LP zou verschijnen met een helft oude, heropgenomen Earth and Fire-hits en de andere helft gevuld met nieuwe Jerney solo-nummers, maar uiteindelijk besloot men toch van dit concept af te zien. Zowel de LP als CD van ‘Run’ werden tegelijkertijd uitgebracht door platenmaatschappij Polydor, vertrouwde grond voor Jerney daar Earth and Fire er in hun succesvolste jaren onder contract stond.

De opnames van ‘Run’ vonden in september 1987 plaats in de Wisseloord-studio’s in Hilversum. Dit studio-complex was, en is nog steeds, voorzien van de modernste opname-apparatuur en staat bekend als een van de meest vooraanstaande studio’s in Europa. De LP is op ADD-wijze tot stand gekomen (ADD = analoog opgenomen, digitaal gemixed en gemastered). De productie was in handen van Ton Scherpenzeel (zang) en Bert Ruiter (instrumentatie), en medewerking is o.m. verleend door Ab Tamboer (drums), Age Kat (slaggitaar), Edwin Schimscheimer en Ton Scherpenzeel (beide toetsen/synthesizers).

Singles

Voor het album ‘Run’ maakte de overwegend vrolijke en speelse nummers zoals deze te horen waren op Jerney’s eerste solo-album ‘Made on earth’ plaats voor serieuze en gedegen-opgebouwde opvolgers. De plaat bestaat uit tien nummers, waarvan ‘Queen of hearts’, ‘Running away from love’ en ‘Don’t say it’ op single werden uitgebracht: ‘Victim of the night’ verscheen in de herfst van 1986 al op single (met op de B-kant een speciale remix van dit nummer), ruim een jaar voor de release van het album zelf. Het openingsnummer, het door Ton Scherpenzeel en Irene Linders geschreven ‘Queen of hearts’, werd veel gedraaid op Radio 1, 2 en 3. De schrijvende media liet zich van haar positiefste kant zien en het album ‘Run’ werd lovend ontvangen (o.a door het vakblad Muziek & Beeld Info, dat de hoes van ‘Run’ een grote full-color plaats gaf op haar cover), maar de single werd niet in de Tipparade opgenomen en haalde de Hitparade helaas niet.

Kort, snel en dynamisch

De hoesfoto’s van de LP werden gemaakt door Ronnie Hertz, en hadden alles te maken met de titel. Maar waarom de titel ‘Run’? ‘Het slaat niet op een bepaald liedje van de elpee. Ik vind een korte titel wel passend bij 1987. Alles moet kort, snel en dynamisch zijn. De hoes sluit daar ook weer op aan’, aldus Jerney in een interview in het Algemeen Dagblad uit 1987.