De volgspot van Cees (#13)

Het eerste filmpje dat ik ooit op YouTube keek was me getipt door Cees Roos, oud-roadie van Earth and Fire. Het moet ergens in 2006 zijn geweest. Ik deed van alles met internet, maar dit platform was totaal nieuw voor me. Uiteraard was het filmpje dat Cees me stuurde een opname van mijn favoriete band. U weet wel, Earth and Fire.

Nu vijftien jaar later stuurt Cees me nog steeds zijn bijzondere vondsten op YouTube of elders op internet. Hij blijkt een bijzonder goed detective met oog (en oor) voor het onverwachte. En er lijkt niets aan zijn aandacht te ontsnappen. Dat hij na zijn jaren bij Earth and Fire een loopbaan bij de politie had, zal daar ongetwijfeld mee te maken hebben.

Een mysterie dat recent min of meer door hem werd opgelost is het verhaal achter de live-opname van Minden in Duitsland, ook wel bekend als de live-opname waarvan de plaats delict foutief vermeld stond als München. Niemand wist hoe die live-opname op een Japanse bootleg CD terecht was gekomen. Totdat Cees zijn verzameling live-opnames, waaronder Minden, op YouTube plaatste en Hermann zich als eigenaar meldde. Hermann had de opname uitgeruild met een fan van de band Nektar in de VS, die hoogstwaarschijnlijk de opname doorverkocht aan een Japanner die er op zijn beurt een beperkte oplage bootlegs van liet drukken.

Een ander raadsel dat Cees bij toeval oploste is dat van een kwijtgeraakte Fender versterker op een Amsterdams muziekfestival. Onder een bericht over een poster van het Jeugdmuziekfestival op het Geuzeneiland in 1974 plaatste een anoniem persoon een schijnbaar onschuldige reactie dat ene Jopie H. die dag een versterker van Earth and Fire had meegenomen, zwart had geverfd en had doorgesluisd naar een gitarist van een andere band. Cees meldde de vondst met de woorden: ‘Weten we ook waar die versterker is gebleven’. Case closed.

Eens in de zoveel weken komt hij als een ware archeoloog van de digitale snelweg met een nieuwe vondst op de proppen. Hij plant het meestal zo dat het net voor het weekend is, maar dat kan ook toeval zijn. Met het speurwerk van Cees wordt de lijst van artiesten en bands met covers van Earth and Fire langer en langer. In de lijst staat ook een draaiorgel dat Weekend speelt! Recent kwam hij zelfs met een opname van een band die een liedje speelde met een wel heel bekend Earth and Fire intro. Hoe hij die heeft ontdekt, moet ik nog eens aan hem vragen. Maar het was wederom een schot in de bijzondere-vondsten-roos!

Nu ik erover nadenk deed Cees als roadie eigenlijk niet anders. Hij bediende namelijk de volgspot, een schijnwerper die een bewegende speler belicht. Met zijn licht zocht hij tijdens optredens de bandleden op en zette ze daarmee in de spotlights. Nu zoekt hij nog steeds naar de bandleden op het podium dat YouTube heet, om ze voor even weer in zijn schijnwerper van de aandacht te zetten.

Cees bedient de volgspot

Fijn weekend!

Pasen (#12)

Artiesten en podia horen bij elkaar als eieren en Pasen. Maar voor het tweede jaar op rij zitten muzikanten deze dagen thuis. Als ze al spelen is het uitsluitend in de tuin, op zoek naar eieren. Zelfs Paaspop, toch traditiegetrouw het festival dat de lente inluidt, is verplaatst naar september. Ik vroeg me ineens af hoe vaak mijn favoriete bandje, u weet wel, Earth and Fire, de paasdagen op een podium had doorbracht.

In de biografie over de band, al enige maanden op grijpafstand naast mijn computer, lees ik dat Earth and Fire in de beginjaren zo’n 150 keer per jaar optrad. Met dat soort aantallen lijkt het waarschijnlijk dat ze in die jaren ook tijdens Pasen wel ergens in een discotheek of op een popfestival stonden. Door de data van de paasdagen naast alle gedocumenteerde optredens te leggen, blijkt dat ze inderdaad hun paasbrood en eieren maar weinig in huiselijke kring aten. Tot 1974 traden ze zelfs beide dagen op. En in 1970, toen ze tot de zomer nog geen beroepsmuzikanten waren en voornamelijk in het weekend speelden, traden ze zelfs op tweede paasdag twee keer op.

Ook werd Pasen meerdere malen in het buitenland gevierd. In 1971 stonden ze op eerste paasdag in België (Maldegem), in 1972 in Duitsland (Coesfeld) en in 1976 weer in België (Koekelare). Een favoriete plek met Pasen blijkt ook Lemele te zijn. Drie jaar achter elkaar, van 1973 tot en met 1975, stonden ze daar in discotheek Zaal Dijk. Dezelfde plek waar ze in 1983 hun laatste optreden in de bezetting met Gerard Koerts hadden. Een onaangekondigd afscheid dat veel fans in vertwijfeling achterliet. Ik weet nog dat ik het vreselijk vond dat de band zo geruisloos van de Nederlandse concertpodia was verdwenen.

Gelukkig kwam Earth and Fire in 1987, in de slipstream van de ‘back-to-the-sixties’- festivals, weer bij elkaar. Althans Jerney, Bert en Ab, aangevuld met Ton Scherpenzeel, Jons Pistoor en Age Kat. Het maakte het gemiste afscheid in 1983 enigszins goed. In deze Scherpenzeel-bezetting speelde de band nog tot en met 1995. Het allerlaatste optreden dat ik kon vinden is in Middelharnis in 1995. Op 17 april, tweede paasdag.

Dit was de laatste van 12 wekelijkse columns. De column wordt vanaf mei maandelijks voortgezet.


Optredens in het paasweekend

29 maart 1970 – Huissen – Popfestival
30 maart 1970 – Lisse – Sociëteit Aladin
30 maart 1970 – Noord-Scharwoude

11 april 1971 – Maldegem (B) – Feesttent
12 april 1971 – Wervershoof – Dancing de Roos

2 april 1972 – Coesfeld (D) – Stadthalle
3 april 1972 – Veenendaal – Suzie Q

22 april 1973 – Zuidermeer – Zaal Vriend
23 april 1973 – Lemele – Zaal Dijk

15 april 1974 – Lemele – Zaal Dijk

31 maart 1975 – Lemele – Zaal Dijk

18 april 1976 – Koekelare (B) – Zaal Zuudhove
19 april 1976 – Voorburg – Sporthal De Vliegermolen

6 april 1980 – Appingedam – Theater Disco Dancing Babylon
7 april 1980 – Tollebeek – Tollehal

11 april 1982 – Ziewent

4 april 1983 – Heerhugowaard – Heer van Jericho

Laatste optreden 1983 in oude bezetting:
12 mei 1983 – Lemele – Zaal Dijk

Laatste optreden in Scherpenzeel-bezetting
17 april 1995 – Middelharnis – Sportcomplex De Staver

Bye bye bands (#11)

De popband is aan het verdwijnen. In het land van The Beatles, toch de band der bands, staan half maart nog maar 9 popbands in de UK Top 100. The Guardian rekent dit voor in een uitstekend artikel over de achtergronden van deze teloorgang. Ik keek ervan op. Amper 50 jaar geleden wemelde het van de beginnende bandjes. In Den Haag en omstreken ontstonden in huiskamers, op schoolavonden en in buurthuizen vele grote namen uit de Nederlandse popmuziek. Ook mijn favoriete band. U weet wel, Earth and Fire.

Niet alleen in de jaren zestig en zeventig waren bandjes een belangrijk onderdeel van de jongerencultuur. Altijd was wel het adagium: speel je een instrument dan speel je in een band. Ook als je maar een beetje kon zingen was er plek voor je. Zelf zong ik ook een blauwe maandag in een bandje. En al was het maar kort, ik herinner me goed de saamhorigheid en hoe het was om onderdeel van een geheel te zijn. Samen sjouwden we de instrumenten, samen stonden we op het podium en samen ruimden we na afloop op.

Natuurlijk weet ik ook dat het bandleven niet altijd rozengeur en maneschijn is. Om een band te worden moet er gespeeld worden. En om te spelen moet een band een oefenruimte en apparatuur hebben. En dit is vaak duur, zeker voor een jong bandje zonder inkomsten. Daarnaast moet binnen de band over alles overeenstemming bereikt worden. Als onderdeel van een geheel moet iedereen met iedereen rekening houden. Hoe vaak hebben we niet gezien dat onenigheid binnen een band ook vaak het einde van die band inluidde?

De jeugd van nu is sowieso niet meer zo van ‘samen’. Ja samen gamen, maar wel online. En samen praten via Discord. En om muziek te maken hoeven jonge muzikanten niet meer op zoek naar andere bandleden. Met de huidige techniek is een muzikant zijn eigen band en worden liedjes geboren in de slaapkamer. Zoals Ben Mortimer, co-president of Polydor Records, het in het artikel in The Guardian zegt: ‘Culture is shaped by technology.’

De situatie van de verdwijnende popband lijkt in Nederland niet veel anders te zijn. In onze Top40 scoren op dit moment ook vooral soloartiesten en gelegenheidsduo’s en –trio’s. Als de formatie The Streamers, die vorige week een gratis concert gaf via een livestream, een dwarsdoorsnede van de huidige popmuziek is, dan wordt daarmee zeker het beeld van The Guardian bevestigd.

Vaak vraag ik me af hoe Earth and Fire het in deze tijd zou hebben gedaan. Zouden ze livestreams hebben gegeven vanuit een theater of een woonkamer? Zouden ze intieme setjes hebben gedaan met Chris op akoestisch gitaar, Jerney op zang en Ton op cajón? Zouden ze optimaal gebruik hebben gemaakt van social media? Of zouden ze als band helemaal niet bestaan hebben? Zouden Chris en Gerard bekend zijn geworden als muzikaal duo, á la Haevn, de mooiste instrumentale composities makend vanuit hun opnamestudio? Zou Hans een spoken word-dichter zijn geweest die vlijmscherp de toestand van de wereld verwoordde? En zou Jerney misschien bekender zijn geweest met een fashion Instagram-account dan als zangeres?

Misschien zorgt juist corona ervoor dat als alles weer een beetje ‘normaal’ is, de jongeren weer bij elkaar willen zijn. Dat ze uit hun slaapkamers komen om elkaar weer in de ogen te kijken en elkaar te omarmen. Dat ze de instrumenten oppakken en samen spelend van hun hervonden vrijheid genieten. Misschien dat juist na de lockdown de bandjes als paddenstoelen uit de grond schieten. Want niets is onvoorspelbaarder dan de jongerencultuur.

[Foto: Gijsbert Hanekroot]

The Streamers (#10)

Ze trokken 1 miljoen kijkers. Via 350.000 livestreams keken die miljoen mensen naar een concert van The Streamers. Bij de aankondiging van het concert moest ik denken aan het initiatief van Frits Spits voor de ‘Beste Band’. Toen werd Jerney Kaagman verkozen tot beste zangeres. De zangeres van mijn favoriete band. U weet wel, Earth and Fire.

The Streamers gaven zaterdagavond 20 maart een ruim 2 uur lang concert vanuit Carré. De groep wordt de grootste gelegenheidsband uit de vaderlandse popgeschiedenis genoemd. Ik vind het moeilijk om dat te lezen. Want dat had de ‘Beste Band’ in 1980 al kunnen zijn. Met de zangeres van mijn lijfband. Het was op het hoogtepunt van het succes rond Weekend. In zijn radioprogramma De Avondspits riep Frits Spits zijn luisteraars op hun favoriete artiesten voor te dragen voor een superband van nederpopartiesten. Het was de bedoeling dat de band ook als superformatie op zou treden. Tot verdriet van Frits en de fans ging de ‘Beste Band’ niet door. Ja de verkiezing wel, maar niet het eraan verbonden optreden. Iets met te weinig repetitietijd. Helemaal duidelijk is het me nooit geworden. Maar wel jammer, want die superband zou ook Seasons spelen.

In tegenstelling tot de ‘Beste Band’ werden de deelnemers van The Streamers niet door het publiek verkozen. De artiesten van nu vonden elkaar in hun zin om op te treden, om samen een feestje te bouwen en heel concertminnend Nederland daar deelgenoot van te maken. Om iedereen in deze moeilijke tijd een hart onder de riem te steken. En ook al waren ze er fysiek niet bij, veel fans zagen hun favorieten eindelijk weer eens op een echt podium staan en voelden het unieke van het concert door het scherm heen. Chapeau dus voor dit initiatief én voor de sponsor die de gratis livestream mogelijk maakte.

Grappig is dat het concert ‘Holland Tour’ heet. Zo heette de reeks optredens van Earth and Fire ook die het in de jaren zeventig meerdere jaren in theaters door heel Nederland hield. Hopelijk betekent het bij The Streamers ook dat ze vaker online terug zullen keren.

Affiche van het online concert van The Streamers

Poppolls (#9)

Komende week beginnen de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Driekwart van de mensen weet nog niet waarop te stemmen. Zelf zweef ik ook nog een beetje. Dat was in mijn tienertijd wel anders. Als we voor de jaarlijkse poppolls onze voorkeuren voor bandjes en artiesten kenbaar mochten maken, ging mijn stem zonder enig nadenken naar mijn favoriete band. U weet wel, Earth and Fire.

Zoals de eindejaarslijstjes nu, waren in de zeventiger en tachtiger jaren de polls zeer populair. Een waar fenomeen. Net als de bladen waar ze in stonden. Voor fans waren Muziek Expres, Hitkrant en muziekkrant OOR zo’n beetje de enige informatiebronnen in die tijd. Als Earth and Fire hoog in de hitparade stond, werden de fans rijkelijk bediend met interviews en posters. Er zijn nog steeds wel muziekbladen, maar niet specifiek voor tieners en al helemaal niet met een wekelijkse verschijningsvorm zoals in mijn tijd. Mijn oudste zoon had vlak voordat het blad ter ziele ging nog wel een abonnement op de Hitkrant, maar mijn jongste zoon haalde zijn informatie al van YouTube en Instagram.

In de hoogtijdagen van Earth and Fire stond de band vaak hoog in de populariteitspolls. Begin jaren zeventig was het zelfs bijna een soort van vanzelfsprekendheid. Niet alleen in Muziek Expres en Hitkrant, maar ook in muziekkrant OOR. Dat laatste was best bijzonder omdat het muziekblad amper aandacht aan de band besteedde. Ik geloof dat ik maar een of twee interviews heb. Halverwege de jaren zeventig stortten de verkoopcijfers van Earth and Fire in en raakte de band ook de hoge posities in de polls kwijt. Een slappe periode die het met Weekend in één klap goed maakte. Jerney werd weer verkozen tot beste zangeres en Reality fills fantasy zelfs tot album van het jaar. Maar de populariteitspolls bleken een genadeloze graadmeter van succes. De volgende albums evenaarden de verkoopcijfers van Reality fills fantasy niet en de band kwam in de polls niet meer voor.

Terug naar de huidige verkiezingen. Als we de popbands van nu – veelal zzp’ers zonder vangnet – willen blijven horen, moet er wel wat gebeuren om de cultuursector overeind te houden. De bezuinigingen op kunst en cultuur en de grote verliezen door de huidige coronacrisis hebben de sector in grote problemen gebracht. Best zuur als je bedenkt dat vooral de ontroerende filmpjes van zingende mensen op balkons, dansende thuiswerkers op TikTok en de samenzang en samenspel vanuit diverse huiskamers door zangkoren, orkesten en bandjes ons door de eerste golf sleepten.

Ik weet natuurlijk ook wel dat stemmen op een politieke partij van een andere orde is dan stemmen op mijn favoriete band of gitarist. De eerste stem kan optellen tot een bepaald aantal zetels in de Tweede Kamer, waar wetsvoorstellen wel of niet aangenomen worden. Het kan de cultuursector ondersteunen of juist ondermijnen. En als dat laatste het geval is, kan dat grote gevolgen hebben voor onze artiesten. Minder subsidie, minder publiek, minder optredens, minder verdiensten. De populariteitspolls zijn slechts een afspiegeling van het succes van bands die ondanks de moeilijkheden in de cultuursector hun plekje hebben weten veilig te stellen met mooie verkoopcijfers.

Welke partij ik ook stem woensdag, het zal in elk geval op een vrouw zijn. Een gewoonte die is ontstaan met mijn stem op Jerney als beste zangeres. Een vrouw die zich later als voorzitter van BV Pop en directeur van Buma Cultuur ontpopte als een ware voorvechter van de rechten van muzikanten in Nederland.

[Foto: Peter Mazél, Sunshine]