In Focus: Fanclub

Net als andere grote toenmalige bands had ook Earth and Fire een eigen fanclub. Al vanaf 1970, het moment dat de band doorbrak, werd de groep gevolgd. Eerst via stencils, later aan de hand van zorgvuldig gemaakte boekjes. De fanclub, onderhouden door verschillende fans en altijd aanwezig: in succesvolle en minder succesvolle tijden, in tijden van veel nieuws en in komkommertijd.



De geschiedenis van de eerste Earth and Fire fanclub begint in Gouda met Henk († 2003) en Ada de Jong en hun uitgave ‘Popinvitation’. Vanaf 1970 leiden zij een fanclub over de band. Met de komst van deze fanclub bleven de Earth and Fire-fans op de hoogte van het laatste nieuws en de geplande optredens van de groep. In dit fanclubblad werd niet alleen nieuws over Earth and Fire gegeven, maar ook over andere Nederlandse popgroepen en buitenlandse symfonische bands. Eerst in de vorm van simpele stenciltjes, later werden het al kleine boekjes. Cees Roos, later een van de roadies van de band, trad in die beginjaren meerdere malen op als reporter van de fanclub. ‘Popinvitation’ heeft gedraaid tot 1974, en was dus actief tijdens de meest succesvolle jaren van de band.

 

Nieuwe fanclub

Al vrij snel werd er een nieuwe fanclub opgericht. In 1976 begon Charles Spijker de tweede Earth and Fire-fanclub, samen met het fanclubblad ‘&’ waarvan de eerste editie in juni 1976 verscheen. Met een oplage van 200 exemplaren in het begin verscheen ‘&’ zes keer per jaar. Alle belangrijke activiteiten rond de groep werden, samen met songteksten, interviews en achtergrondinformatie, in dit blad gepubliceerd. Vanaf het begin werd Charles versterkt door Stefan Menningh en Willem Endhoven. Willem vertrok echter al na het tweede nummer omdat hij aan zijn studie aan de TH te Eindhoven was begonnen en dus van verdere medewerking aan de fanclub moest afzien. Hij werd in februari 1977 opgevolgd door Ed Dekker, het 100ste lid van de fanclub. Ed bleef tot het in juni 1977 verschenen zevende nummer van ‘&’. Een aantal jaren later werd er een opvolger gevonden voor Ed: Herma Bosboom.


 

Opvolgers

In februari 1983 besloot de toenmalige redactie, Charles, Stefan en Herma, om ermee te stoppen. Zij hadden toen een jaar of 6 met veel plezier de fanclub gerund en hadden veel ups en downs meegemaakt. In 1978 kenden zij een moeilijke periode omdat in de media veel gespeculeerd werd over het opheffen van Earth and Fire. Op een gegeven moment kwam er meer dan een half jaar geen clubblad meer uit en hadden ze ook geen gelegenheid meer om te reageren op alle post, juist omdat er zoveel onduidelijk was omtrent de groep. Eerst stapte de drummer op, later de bassist, de vaste platenmaatschappij en producer hadden geen belangstelling meer en dat alles terwijl de overige groepsleden aan het doorknokken waren. Gelukkig brak er ook voor de fanclub eind 1979 een leukere periode aan. De groep beleefde haar grootste commerciële succes en dat vertaalde zich ook in een toename van het aantal nieuwe leden. Begin 1983 vond het toenmalige bestuur het tijd om plaats te maken voor anderen omdat ze meer tijd wilden wijden aan hun privé leven, maar toch ook wel inzagen dat er nog meer dan voldoende belangstelling was voor de groep om niet de fanclub meteen op te heffen. Gert Oosterhuis en Joyce den Besten stonden toen in de startblokken klaar om het over te nemen. Gert Oosterhuis: ‘Joyce en ik waren al zeer betrokken fans vanaf het eerste uur. Jerney, contactpersoon namens de groep, kende ons ook al als fans met meer dan gewone belangstelling, dus heeft Charles Spijker ons als zodanig aan haar ‘voorgedragen’ de fanclub over te nemen voordat hij ons benaderde. Ik kan me dat moment nog goed herinneren. Ik lag tijdens wintersport met een gebroken been op bed en had net voor Radio Atlantis, destijds een belangrijke piraat in het Rijnmondgebied, geregeld dat ik Jerney bij haar thuis mocht interviewen. Zij brachten in 6 specials de geschiedenis van Earth and Fire op de radio. Voor deze specials had ik de muziek uitgekozen en de teksten aangeleverd. Dat ik het voor elkaar kreeg Jerney te mogen interviewen was natuurlijk al helemaal geweldig, laat staan het moment dat Charles ons vroeg of wij de fanclub wilden overnemen. Op dat moment voelde dat toch als een soort van erkenning en de ideale gelegenheid om dichter bij het vuur te staan. Natuurlijk zeiden wij allebei meteen ja en Stefan Menningh zou ons blijven assisteren met het ontwerp van het blad. Op de achtergrond konden wij ‘leunen’ op de know-how van Charles.’


 

Achteraf bleek dat er meteen opnieuw een onduidelijke periode zou aanbreken. ‘In het begin hadden we dat nog niet in de gaten. Er was immers genoeg publiciteit, toen al voornamelijk alleen rond Jerney. Ze verscheen in de Playboy en er kwam nog een derde single van het album ‘In a state of flux’ uit’, aldus Gert. Later bleek dat het optreden van de band in Lemele in mei 1983 voorlopig de laatste zou blijken. Gert: ‘Ik moet wel zeggen dat Jerney altijd haar best deed om ons zo goed mogelijk van informatie te voorzien, ondanks dat er voor de band weer een onduidelijke periode was aangebroken. Immers, Ab Tamboer zou een tijdje invallen bij Het Goede Doel, Ron Meyjes was vertrokken naar The Millionaires en uiteindelijk besloot Gerard Koerts, als enige overgebleven tweeling en mede-oprichter van de band, te stoppen. Tot aan najaar 1987 leidden we meer een fanclub rond Jerney, al hebben we in die tussenliggende jaren ook geregeld gepubliceerd omtrent de activiteiten van de overige en oud-groepsleden. Joyce en ik waren in die tijd kritisch en onafhankelijk. Dat werd niet altijd door iedereen gewaardeerd of begrepen. Wij hadden nooit de behoefte om stukjes te schrijven over ‘welke groente eet Jerney het liefst op maandag?’ en zo. We publiceerden ook kritische ingezonden stukken of recensies en niet alleen maar lovende proza. We lieten ons gezicht op veel plekken zien en van ons horen. Zo waren er een paar beurzen rond fanclubs en waren we een paar keer op de radio te horen. Jerney en Bert waren ook altijd bereid mee te werken aan prijsvragen en andere evenementen voor fans. Ik herinner me een avondje bowlen of uit eten, een presentatie van de eerste solo LP van Jerney en een fanclubmiddag met aansluitend een concert van de band. Ook waren we altijd welkom om demo’s te komen beluisteren en wat dies meer zij. Het was een bijzonder leuke periode, maar aan alles komt een einde.’ Eind 1989 was de rek er bij Joyce en Gert uit. Een teruglopend ledenaantal, geldgebrek en belangstelling voor andere zaken in het leven zorgde er uiteindelijk voor dat de fanclub stopte. En dat terwijl de band toen net met een nieuw album uit kwam en weer was gaan toeren. Er werd niet gezocht naar opvolgers, ook omdat er geen druk vanuit de band was om de fanclub nog in leven te houden.

 

Actief

De fanclub is altijd heel actief geweest. Zo gaf de fanclub naast de fanclubbladen in 1978 een boek uit met alle songteksten van Earth and Fire, en hield de fanclub regelmatig Polls onder de fanclubleden. Daarnaast werden er af en toe ook prijsvragen gehouden waarbij onder andere een avondje bowlen of een etentje met Jerney en Bert te winnen was. Uniek was de door de fanclub georganiseerde première van het album ‘In a state of flux’ in de Dureco studio te Weesp in het najaar van 1982 waar veel fans zich hadden gegroepeerd om, samen met de bandleden, de nummers van de nieuwe elpee te beluisteren. Twee jaar later vond er nogmaals een soortgelijke première plaats, ditmaal van het solo-album ‘Made on earth’ van Jerney.


 

Prijzen lidmaatschap

Hieronder tref je de prijsontwikkeling aan van het lidmaatschap van de Earth and Fire fanclub. De prijzen zijn in guldens en voor een jaarabonnement.

Jaar
Prijs jaarabonnement
1970
f. 5,00
1971
f. 5,90
1972
f. 6,90
1973
f. 6,90
1974
f. 6,90
– geen fanclub in 1975 –
– geen fanclub in 1975 –
1976
f. 10,- Vanaf december f. 12,50
1977
f. 12,50
1978
f. 12,50
1979
f. 12,50
1980
f. 12,50
1981
f. 12,50 Vanaf augustus f. 15,-
1982
f. 15,-
1983
f. 15,-
1984
f. 15,-
1985
f. 15,-
1986
f. 15,-
1987
f. 15,- Vanaf oktober f. 17,50
1988
f. 17,50
1989
f. 17,50

In Focus: ‘In a state of flux’

In een voortdurende staat van verandering. Dat is de letterlijke betekenis van de titel van het achtste album van Earth and Fire: ‘In a state of flux’. Voortbordurend op de sound van ‘Andromeda girl’ verscheen deze LP in november 1982. Een LP volgens een heel nieuw, commercieel, recept. Een recept waarmee veel oude fans verloren gingen, maar waarmee ook een nieuwe jonge groep fans werd gewonnen.

Na de release van het album ‘Andromeda girl’ in het najaar van 1981 loopt het contract met Phonogram af. Earth and Fire tekent een nieuw contract, niet bij Phonogram maar bij platenmaatschappij Dureco (Dutch Record Company) te Weesp. ‘Men heeft ons bij Dureco een aantrekkelijker voorstel gedaan’, aldus Jerney in 1982. Bij de ondertekening van het contract in 1982 zijn, naast Jerney, Gerard, Ab, Ronnie en Bert, Frits van Swol van Dureco en de toenmalige Dureco-directeur Dolf van Nijnatten aanwezig. Het contract staat voor het maken van 2 albums. Uiteindelijk zou blijken dat de groep het tweede op te nemen album niet kon vervullen toen de band uit elkaar viel. Jerney nam vervolgens haar soloalbum ‘Made on earth’ op bij de platenmaatschappij.

Op 31 oktober 1982 werd het nieuwe album gepresenteerd in de studio van Dureco te Weesp, waar veel fans zich hadden gegroepeerd om, samen met de bandleden, de tracks te beluisteren. Er waren enkele opvallende veranderingen te signaleren. Voor het eerst in haar geschiedenis produceerde de band het album zelf. Daarnaast ontbrak voor het eerst een lang nummer die door fans altijd in hoge mate werden gewaardeerd. Het zeseneenhalf minuten durende ‘I don’t know why’ had iets te weinig diepgang om het gemis goed te maken. Voor ‘In a state of flux’ werden het tien korte nummers: allemaal eigen composities en arrangementen. Vaak gelikte, commerciële nummers die nog maar weinig te maken hadden met het ‘oude’ Earth and Fire. De groep ging met haar tijd mee, maar een grote groep fans haakte af. Het oude Haagse bandje dat ooit zo opviel was teveel eenheidsworst geworden. De nieuwe sound van de groep trok echter ook weer een hele nieuwe groep jonge fans aan.

Het album ‘In a state of flux’ was simpeler van opzet dan zijn voorganger. De composities waren kort en kernachtig. Verdwenen waren de disco- en reggae-invloeden die op ‘Andromeda Girl’ nog duidelijk aanwezig waren. De absolute hoogtepunten zijn te vinden op kant 2, met na de instrumentale titelsong een geweldige finale in de vorm van ‘Dona nobis pacem’. Het zijn deze afsluiters die nog enkele typische Earth and Fire-invloeden laten horen.

Een eerste singlekeuze was snel gemaakt. ’24 hours’, weer een echte Koerts-compositie, moest de nieuwe ‘Weekend’ gaan worden. Het nummer bereikt de top 15 van de Nederlandse Top 40 en daarmee scoort de groep weer een ouderwets grote hit die ook in Duitsland aanslaat. ‘Jack is back’, een nummer van Jerney en Bert, is de tweede single en bereikt met pijn en moeite de hitlijst. Hetzelfde verhaal voor de derde single ‘The two of us’ dat naar aanleiding van het enorme aantal enthousiaste reacties van de fans verschijnt.

Hoesontwerp

Zonder de teksten te kennen ontwierp George Kramer de hoes van de LP. De kreeft heeft natuurlijk te maken met Jerney’s sterrenbeeld. Op de voorzijde wordt de kreeft met een injectienaald zilver ingespoten. Trek je de binnenhoes eruit, dan zie je op de foto Jerney met een verzilverde kreeft om haar nek. Dat slaat dan weer terug op de titel van het album, ‘In a state of flux’.

In Focus: Duitse Swing In met een Hollands tintje

Earth and Fire kreeg in het begin van de jaren zeventig, als sterkst rijzende ster aan het Nederlandse popfirmament, regelmatig cameraploegen langs. Soms totaal onverwacht, soms goed voorbereid. De opnamen voor het Duitse programma ‘Swing In’ had iets van beide. Cameramensen stonden soms ineens op de bühne, maar voor het deel dat je ziet op de onlangs uitgebrachte DVD stroomde de toenmalige oefenruimte eenmalig vol met grotendeels familieleden en bekenden van de band. Het optreden is niet opgenomen in Duitsland, maar op de thuisbasis van Earth and Fire, in Voorschoten.

Naast de katholieke kerk aan de Leidseweg in Voorschoten staat nu nog steeds het Bondsgebouw. De plek waar ooit ‘Maybe Tomorrow, Taybe Tonight’ voor het eerst klonk, is allang geen oefenplek voor bands meer. Misschien was het de buurt na het luidruchtige Earth and Fire toch allemaal wat te gortig geworden. Toch heeft de band er een paar jaar kunnen repeteren, de eerste jaren van haar bestaan. De Duitse omroep WDR besloot samen met productiemaatschappij Red Bullet om hier een aantal van de tv-opnamen voor ‘Swing In’ te houden. Een Nederlandse cameraploeg werd aangetrokken om Earth and Fire op de band te zetten.

Door het beeld zie je dan ook filmers lopen die later grote naam zouden maken: Jan de Bont (in het rode t-shirt, later getrouwd met Monique van der Ven en regisseur van onder meer Twister) en Ed van der Elsken (later vooral beroemd als fotograaf), om er een paar te noemen. Cineast Wim van der Linde was de leider van het clubje. Hij kwam van VPRO-huize, de omroep die hij later zou bedienen met onder meer de roemruchte Barend Servet Show.

Toetsenist Gerard Koerts kan zich de avond nog wel herinneren. ‘Lekker dicht bij huis, en nog voor eigen publiek ook.’ De camera’s op zijn vingers deden hem weinig. ‘Nee, je zat gewoon lekker te spelen. In je eigen wereld, samen met je publiek. Sfeervol was het wel die avond. Van camera’s of microfoons trok ik me trouwens nooit veel aan.’

Geen bubble gum-decor

Drummer Ton van der Kleij weet te vertellen dat de band de eerste jaren veel ruimte en budget kreeg, ook voor eigen opnames. ‘Anders liep je het risico dat je continu in dat bubble gum-decor van Toppop stond te spelen. Wij vonden dat dat niet bij ons paste. En gelukkig konden we het dus voorkomen door met Red Bullet af te spreken om de singles in eigen beheer van een filmpje te voorzien. Volgens mij deed Van der Linde dat meestal. We hebben dan ook sterk ons eigen stempel kunnen drukken op de opnames tot en met Love of Life. Daarna is het bijna allemaal Toppop. Toen werd de geldkraan dichtgedraaid. En werden de clips haastiger opgenomen, in een andere sfeer.’ De Duitse tv pakte het in die eerste jaren ook grondig aan, wat is te zien aan de live opname van Maybe Tomorrow Maybe Tonight. Ton: ‘Je deed er inclusief repeteren makkelijk drie dagen over om zoiets – vooral wat betreft het geluid – goed op de band te krijgen. Tegenwoordig gaat dat allemaal een stuk sneller en simpeler, maar toen was de techniek gewoon nog niet zo ver.’

Lichtshow

Opvallend aan de ‘Swing In’-opname is het gemis van de toen zo beroemde lichtshow. ‘Die was volgens mij niet goed op de film te zetten’, herinnert de drummer zich. ‘De band was vooral een sfeerband in die dagen: gevoel en muziek, daar draaide het allemaal om. Het publiek moest vooral stil zijn en luisteren. Jerney was – afgezien van wat spontane uitbarstingen van de muzikanten – eigenlijk de enige voor een visueel showelement zorgde. Wij liepen erbij in gerafelde spijkerbroeken; zij liet toen al complete pakken maken. De lichtshow vulde dat showelement mooi aan. Maar in het Bondsgebouw hebben we er dus niet mee gewerkt. Dat lukte allemaal niet omdat we voor de camera’s veel fel licht nodig hadden.’ Maar bij de single-opname van Storm and Thunder op de DVD – die oorspronkelijk overigens als live-uitvoering is gespeeld – is de lichtshow weer wel van de partij. ‘Ja, dat klopt, maar daar werd de lichtshow volgens mij van achteren op de doeken geprojecteerd, en dan kon je het weer wèl filmen. Ze hebben het in ieder geval wel voor elkaar gekregen. Bij gewone live-optredens werkte de lichtshow altijd vanuit de zaal.’ Ton vindt het geluid ‘voor die dagen’ behoorlijk goed. Vanuit de GTB-studio in Den Haag werd een achtsporenrecorder aangevoerd. En ik kan me zomaar voorstellen dat bepaalde partijen later, dus na het optreden, alsnog zijn ingespeeld of ingezongen. Want de muziek loopt vaak wel, maar lang niet overal synchroon met het beeld.’ De goede kijker kan zien dat er voor de DVD zelf ook bij diverse nummers is geknipt en geplakt met beeld en geluid.

Filmmateriaal

Gerard meent dat er nog heel wat van dit soort filmmateriaal te vinden moet zijn. ‘We zijn heel vaak gefilmd, vooral voor de Duitse tv. Ook live, bijvoorbeeld voor Musikladen. Daar moet toch nog wel wat van terug te vinden zijn. Hoewel ik me wel kan voorstellen dat omroepen die Ampex-banden waarop toen werd gefilmd na een paar jaar gewoon weer overspeelden met nieuwe opnamen. Ook in privé-archieven zou best nog wel wat kunnen liggen.’ Zo kan hij zich herinneren dat de vrouw van Rob Gerritsen (van Red Bullet) de band vaak heeft staan filmen tijdens de tournee door Turkije. ‘En later materiaal is er zeker nog, bijvoorbeeld van ons Vredenburg-concert in 1979, dat voor Countdown van Veronica is uitgezonden.’ Gerard hoopt dat intensiever speuren leidt tot meer voer voor DVD’s. ‘Want ik moet zeggen dat ik het live-deel van de DVD toch wel het meest interessant vind om terug te zien. Ook al klinkt het allemaal niet perfect, je voelt daar het best wat wij in die dagen wilden zeggen met onze muziek.’

Tekst Fred Hermsen

In Focus: videoclip ‘My mystery man’

In 1984 doet Jerney haar best haar solocarrière zo succesvol mogelijk te laten verlopen. Voor haar derde single ‘My mystery man’ neemt ze zelfs een videoclip op als een van de eerste vrouwelijke artiesten in Nederland.

Niemand minder dan Barry Hay van de Golden Earring maakte samen met Myrna van Gilst, Erwin Steen en Jerney Kaagman het script. Myrna regiseerde het geheel. De bekende acteur Carol van Herweynen speelde de rol van nachtclubeigenaar. Ook speelt een van de vroegere leiders van de fanclub mee, Gert Oosterhuis speelt de straatveger! De clip is eenmaal uitgezonden, namelijk bij het Veronica-programma Formule 1. De Engelse zender Sky Channel heeft de clip wel regelmatig vertoond.

De opnames voor de videoclip begonnen op 21 november 1984 en vonden plaats in nachtclub ‘Piccadilly’ in Amsterdam. In totaal is er drie dagen gefilmd, en dan dagen van negen uur ‘s ochtends tot negen uur ‘s avonds. Voor de (korte) buitenscène werden door de politie verschillende auto’s weggesleept en de straat gedeeltelijk afgezet omdat er ruimte gemaakt moest worden voor een kraan van waaruit werd gefilmd.

Het script

 In een nachtclub met veel rood pluche is tijdens een repetitie een hevige ruzie aan de gang tussen de zangeres en de eigenaar. De zangeres stapt woedend op en laat de eigenaar wanhopig achter. Hij duwt een sigarettenverkoopster (gespeeld door Jerney) het toneel op. Drie andere vrouwelijke personeelsleden worden door hem gebombardeerd tot achtergrondballet en achter de sigarettenverkoopster het toneel op geduwd. De repetitie wordt na deze noodgedwongen wijziging voortgezet. De eigenaar is vol spanning. Zijn vertrouwen groeit als hij merkt Jerney goed aanslaat bij het overige personeel. Hij besluit de gok te wagen en stuurt ze naar de kleedkamer om zich snel te verkleden en op te maken.

Het publiek stroomt binnen. Jerney komt mooier dan ooit op en weet het publiek al na enkele maten enthousiast te maken. Het optreden is een groot succes. De spanning wordt verhoogd wanneer een bekende rijke Italiaan met twee opzichtige dames en een bodyguard de nachtclub betreedt. De eigenaar van de club is pas gerustgesteld als hij merkt dat Jerney ook op hem een betoverende indruk maakt. Als deze bekende persoonlijkheid ook nog als eerste een staande ovatie geeft, kan de eigenaar zijn geluk niet op. Maar als aan het eind van het liedje blijkt dat Jerney niet van plan is haar leven in deze nachtclub te slijten nu de rijke Italiaan haar een gouden toekomst belooft en zij gezamenlijk het pand verlaten, blijft de eigenaar verpletterd achter. Jerney kijkt over haar schouder nog even om, maakt een kus-gebaar naar de eigenaar, lacht even en loopt met haar ‘mystery man’ weg.

In Focus: ‘Run’, Jerney solo

Na het tegenvallende succes van het eerste solo-album van Jerney Kaagman, ‘Made on Earth’, verschijnt in de eerste week van november 1987 Jerney’s langverwachte tweede solo-elpee: ‘Run’, volwassener en professioneler opgezet dan zijn voorganger.

‘Run’ kent meer een eenheid qua nummers in tegenstelling tot ‘Made on Earth’ die juist zo werd gekenmerkt door veel diverse stijlen. Even zag het er naar uit dat er een LP zou verschijnen met een helft oude, heropgenomen Earth and Fire-hits en de andere helft gevuld met nieuwe Jerney solo-nummers, maar uiteindelijk besloot men toch van dit concept af te zien. Zowel de LP als CD van ‘Run’ werden tegelijkertijd uitgebracht door platenmaatschappij Polydor, vertrouwde grond voor Jerney daar Earth and Fire er in hun succesvolste jaren onder contract stond.

De opnames van ‘Run’ vonden in september 1987 plaats in de Wisseloord-studio’s in Hilversum. Dit studio-complex was, en is nog steeds, voorzien van de modernste opname-apparatuur en staat bekend als een van de meest vooraanstaande studio’s in Europa. De LP is op ADD-wijze tot stand gekomen (ADD = analoog opgenomen, digitaal gemixed en gemastered). De productie was in handen van Ton Scherpenzeel (zang) en Bert Ruiter (instrumentatie), en medewerking is o.m. verleend door Ab Tamboer (drums), Age Kat (slaggitaar), Edwin Schimscheimer en Ton Scherpenzeel (beide toetsen/synthesizers).

Singles

Voor het album ‘Run’ maakte de overwegend vrolijke en speelse nummers zoals deze te horen waren op Jerney’s eerste solo-album ‘Made on earth’ plaats voor serieuze en gedegen-opgebouwde opvolgers. De plaat bestaat uit tien nummers, waarvan ‘Queen of hearts’, ‘Running away from love’ en ‘Don’t say it’ op single werden uitgebracht: ‘Victim of the night’ verscheen in de herfst van 1986 al op single (met op de B-kant een speciale remix van dit nummer), ruim een jaar voor de release van het album zelf. Het openingsnummer, het door Ton Scherpenzeel en Irene Linders geschreven ‘Queen of hearts’, werd veel gedraaid op Radio 1, 2 en 3. De schrijvende media liet zich van haar positiefste kant zien en het album ‘Run’ werd lovend ontvangen (o.a door het vakblad Muziek & Beeld Info, dat de hoes van ‘Run’ een grote full-color plaats gaf op haar cover), maar de single werd niet in de Tipparade opgenomen en haalde de Hitparade helaas niet.

Kort, snel en dynamisch

De hoesfoto’s van de LP werden gemaakt door Ronnie Hertz, en hadden alles te maken met de titel. Maar waarom de titel ‘Run’? ‘Het slaat niet op een bepaald liedje van de elpee. Ik vind een korte titel wel passend bij 1987. Alles moet kort, snel en dynamisch zijn. De hoes sluit daar ook weer op aan’, aldus Jerney in een interview in het Algemeen Dagblad uit 1987.