Frits Hirschland (geboren op 24 december 1948) was de laatste telg van een vermaard joods bankiers- en ondernemersgeslacht uit Essen en probeerde eerst de kost te verdienen met kinderkleding. Daarna werd hij een succesvol manager van talrijke Nederlandse bands, zoals Kayak, Ekseption, Earth and Fire en de broertjes Bolland. Hij maakte de Oostenrijkse muzikant Falco wereldberoemd met Rock me Amadeus, een nummer dat de top van de Amerikaanse hitparade bereikt.
In de jaren tachtig zette hij zijn succesvolle bestaan in één keer aan de kant en werd secretaris/woordvoerder van het Surinaamse Junglecommando van Ronnie Brunswijk in het hoofdkwartier in Moengo. Als secretaris schreef hij de brieven voor Brunswijk. Hij bracht dagen door achter zijn portable typemachine. Aan die tijd hield Hirschland de titel Commandant Potlood over. Er was internationaal niet veel steun voor de strijd van het junglecommando en in 1991, vier jaar na zijn vertrek, keerde hij voorgoed terug naar Nederland en schreef een boek over zijn ervaringen met Brunswijk en Bouterse, getiteld Dossier Moengo-290 uur.
Daarna had Frits een adviesbureau en deed het secretariaat voor de Nederlandse afdeling van de Unie voor Europa, een samenwerkingsverband van politieke partijen in het Europees Parlement. In die functie bracht hij bezoeken aan Nederlandse gedetineerden in Marokkaanse gevangenissen.
Frits Hirschland overleed op 3 januari 1999 op 50-jarige leeftijd in het Amstel Hotel in Amsterdam. Als doodsoorzaak werd zelfmoord opgegeven. Hij werd op 8 januari 1999 in Den Haag begraven.