Kayak en Earth and Fire waren in 1981 sponsors van het Nederlandse Opel-team dat aan de Rallye van Monte Carlo deelnam. En dat betekende dat er op de motorkap breeduit Earth and Fire prijkte. Tevens werd voor promotie-doeleinden een single gemaakt.
Op de A-kant van het singletje stond Rallye Monte Carlo van Earth and Fire, waarvoor Jerney een aangepaste Weekend-tekst inzong. Op de flipside staat Kayak’s Total Loss, omgedoopt in Monte Carlo Rallye. Deze bijzondere single was niet in de platenzaken te koop en mag met recht een collector’s item genoemd worden. Zelfs de fanclub had in 1981 maar tien exemplaren die niet werden verkocht.
Resultaten van het team
Opelteam Rallye Monte Carlo
De coureurs van het Opel-team, Bob de Jong en Bror Danielson, haalden de finish – wat al een hele prestatie is – en eindigden als twaalfde in het eindklassement. De twee reden in een bont beschilderde Opel Ascona 2.0 SR Groep een. Deze auto werd in het Opel Sport Centrum te Zoetermeer geprepareerd. De hoofdkleur was geel, want alle wedstrijdwagens van het Nederlandse Opel dealerteam hadden die kleur. Op de motorkap van de wagen was voor de Monte Carlo Rallye een handgeschilderde wereldbol omgeven door gestyleerde vlammen: aarde en vuur. Het opschrift Earth and Fire maakte veel duidelijk. Achterop nog een vignet van een andere bekende popgroep: Kayak.
Rallyervaring
Een korte tijd voor de bewuste Rallye Monte-Carlo kwam Jerney Kaagman al in aanraking met de rallysport. In hetzelfde type auto maar dan in witte uitvoering beplakt met sterren en voorzien van Earth and Fire-opdruk deed ze in de zomer van 1980 namelijk mee aan een race met hindernissen op het circuit van Zandvoort. Alles ging perfect, tot de slalomrace waar geen pionnetje overeind bleef staan…
Ook Jerney heeft af en toe geschnabbeld. Naast onder andere het opnemen van commercials voor onder andere Buma Stemra, schaars gekleed poseren voor de lingerie van Bon Giorno en het openen van winkels bracht ze in 1981 haar eigen parfum op de markt. “Jerney: for a woman like you”
Ruim een jaar is Jerney bezig geweest een speciale Eau de toilette te creëren. In de zomer van 1981 is de eau de toilette geïntroduceerd tijdens de Indro Parfumeriebeurs in de Julianahal te Utrecht. De firma Gertimpo uit Utrecht heeft het op de markt gebracht. Deze naam houdt verband met Gert van de Wetering die ook aanwezig was bij de introductie. De fabrikant van het parfum heeft in het kader van een reclamecampagne stickers laten maken met de tekst ‘We love Jerney’. Leuk om te weten is dat die sticker destijds door Earth and Fire op de instrumenten en koffers werd geplakt, en dat het bijna een rel opleverde tijdens opnames van Nederland Muziekland. Hans Mondt van Veronica ontdekte namelijk dat de stickers reclame waren toen de opnames al op band stonden. Voor de veiligheid zijn de opnames vervolgens overgedaan, nadat de stickers er natuurlijk afgepeuterd waren! Naast de stickers zijn er ook posters en strooikaarten verspreid.
Tijdens de feestelijke lancering vertelde Jerney dat er ongeveer een jaar aan de eau-de-toilette is gewerkt. Daarbij heeft zij talrijke ‘geurtesten’ ondergaan, zodat de parfumeurs haar persoonlijke smaak konden vaststellen. Eerst werd er overigens met een aantal laboratoriumtests gecontroleerd of Jerney’s neus wel gevoelig genoeg was voor dit ongewone werk. Verder heeft Jerney de vorm van het flesje, het formaat en de verpakking bepaald. Het flesje wilde ze graag klein houden, omdat ze weet hoe lastig het is om een grote fles in een handtasje te krijgen. Een parfum moet je mee kunnen nemen om je lekker op te frissen. De bestanddelen van het parfum zijn Bergamot, Limette en Mandarijn, afkomstig uit de Messina-streek in Zuid-Italië, met een vleugje mystiek van groene regenwouden.
Vanaf september 1981 is de eau-de-toilette te koop in de drogisterijen, parfumeriezaken en warenhuizen, verkrijgbaar in flacons van 30cc en 50cc en kost ca 20 gulden voor de kleinste verpakking. Regelmatig was Jerney in parfumeries/warenhuizen aanwezig om de verkoop persoonlijk te ondersteunen.
Door de jaren heen zijn Earth and Fire-nummers zoals Memories, Maybe tomorrow, maybe tonight en Weekend vaak door andere bands en artiesten opgenomen. In deze In Focus-aflevering gaan we in op de covers die die officieel zijn uitgebracht.
Hazy paradise Ghost Voor het album Hypnotic Underworld heeft de Japanse band Ghost begin 2004 een coverversie opgenomen van het nummer Hazy Paradise, de B-kant van de eerste single van Earth and Fire uit 1969. Masaki Batoh (zanger en gitarist van de band) schreef het arrangement oorspronkelijk voor Damon & Naomi in 1999, maar het is door hun nooit opgenomen. Vervolgens nam Batoh het zelf op. Naast Hazy Paradise is ook het nummer ‘Dominoes’ een cover: dit nummer is oorspronkelijk van Syd Barrett. De andere tracks op het album Hypnotic Underworld van Ghost zijn door de groep zelf geschreven.
Hypnotic Underworld – Ghost
Ruby is the one Claw Boys Claw Het nummer Ruby is the one is in 1988 opgenomen door de groep Claw Boys Claw, een Amsterdamse gitaarband. Het album Hitkillers, waar de cover van Ruby is the one op te vinden is, is opgenomen in de SPN-studio’s en bevat een verzameling covers van Nederpopklassiekers. Over de cover van Ruby is the one zegt Peter te Bos in een interview in Muziekkrant Oor: ‘Origineel is het aardig, maar als wij dat spelen klinkt het als kut op dirk.’
Hitkillers – diverse artiesten
Memories DJ Baleares (feat. Jerney K.) Memories is gebruikt door DJ Baleares en in 2000 op 12 inch verschenen. Er zijn twee versies opgenomen: de Hole in one dub mix en de Shrink Mix. Deze laatste begint met een bekend, vaak gebruikt piano-deuntje. Label: Nutrition – NUT 061
Memories – DJ Baleares (feat. Jerney K.)
Weekend Chips In 1980 nam de Zweedse popgroep Chips een cover van Weekend op. Chips is een meidenduo bestaande uit Elisabeth Andresson en Kikki Danielsson. Voor Zweden deden ze mee aan het Eurovisie Songfestival in 1982 met het nummer ‘Dag efter dag’.
De Strangers In 1980 werd het nummer Weekend opgenomen door de Antwerpse groep De Strangers, een jaar na het origineel van Earth and Fire. De Strangers werden in 1952 opgericht door Gust Torfs, die Alex Boeye, Pol Bollansee en John De Wilde, allemaal vrienden uit de Antwerpse wijk ‘Het Kiel’, wist te overtuigen een zanggroep te vormen. Buitenlands groepen zoals de Hi-lo’s, de Four Aces en de Mills Brothers waren op dat ogenblik hun grote voorbeeld. De cover van Weekend was, onder de titel Pluchke, te vinden op de LP Troef van De Strangers uit 1980. Op dat album waren meer covers te vinden, waaronder Visite van Lenny Kuhr en Can’t stop the music van de Village People.
Conny Morin Ook in 1980 verscheen de cover van Weekend van de Duitse schlager-zangeres Conny Morin: Kein Mädchen für das Wochenende. Conny Morin werd rond 1979 door Michael Schanze in zijn show Hatten Sie heut Zeit fur uns? geïntroduceerd en werd in korte tijd zeer bekend. Een volgende mijlpaal haalde Conny in haar jonge carrière met een optreden in de ZDF-hitparade met het nummer Hin und Her. Gelijk na het gastoptreden bij Dieter Thomas Heck ging Conny Morin weer de platenstudio in. Ze nam daar de Duitse versie op van het nummer Weekend van Earth and Fire. De Duitse vertaling kwam van O. Pinion. Het verscheen op het label Ariola – 101 772, Ariola – 101 772-100.
Gry Ook de buitenlandse formatie Gry nam een cover op van Weekend. Het verscheen in 1980 als B-kant op Cascade CCSL 801. Op de single staat naast Gerard Koerts ene dt. Vivian vermeld bij de componist / tekstschrijver. Waarschijnlijk is er dus een vertaling van ‘Weekend’ gemaakt. Over Gry is verder weinig bekend. Het verscheen bij Cascade (4) – CCSL 801.
Kid Q In 2002 stond Weekend na 23 jaar weer in de hitlijsten: Kid Q (Quesran) bracht in dat jaar namelijk een techno-cover van dit nummer uit onder de titel This feeling. Een vernuftige song, met originele vocalen en dansbare housebeat. Meerdere versies van dit nummer werden opgenomen, waaronder een Club Mix en een Acrylites Hard Remix.
This Feeling – Kid Q
Scooter Bijna in dezelfde periode als het nummer This feeling van Kid Q verscheen er ook een nieuwe versie van Weekend door de Duitse techno-groep Scooter. De groep is opgericht in 1994 door H.P. Baxxter, Rick Jordan en Ferris Bueller. Deze cover van Weekend verscheen in 2003 op single onder het label Sheffield, en is in 3 versies opgenomen: Weekend (Radio Edit), Weekend (Extended) en Weekend (Club Mix). Dankzij deze 2 covers van Kid Q en Scooter raakte Weekend ook bij een nieuwe generatie bekend. Label: ASIN : B001KR7Q1I.
Weekend – Scooter
Fire of love Romeo + Julia Het Duitse duo Romeo + Julia nam in 1980, enkele maanden nadat het origineel van Earth and Fire op single verscheen, een Duitstalige cover op van Fire of love onder de titel Feuer und eis. De 3.48 durende cover verscheen op single onder het Philips-label (6005 029) met op de B-kant het nummer Dur wir beide. Opvallend is dat op het label onder de titel van het nummer de naam van Bert Ruiter verkeerd is geschreven. Er staat namelijk: Rutier/Kaagman/W. Bierschenk. Rutier is dus geen typefout van ons!
Feuer und Eis – Romeo+Julia
Love light (Jerney Kaagman solo) Robbie Leslie Van Jerney’s ‘Love light’ werd in de jaren tachtig een 12 inch uitgebracht in de Verenigde Staten. Het was onder een klein, onbekend label. Robbie Leslie maakte een remix van de multitrack radio versie van dit nummer. Hij deed dit in een studio in New York. Leslie’s remix van Love light verscheen in 1986 op single bij M Records, labelnummer 186MR. De mix werd op menig dansfeest gedraaid.
Niet op single verschenen, maar wel de moeite waard, is de remix die Glenn Rivera in 2017 maakte van de remix van Robbie Leslie. Hij noemt zijn versie de ReStructure Mix.
In 1976 verleende Earth and Fire haar medewerking aan de elpee Zing je Moerstaal, een elpee die werd uitgebracht ter gelegenheid van de Boekenweek in 1976 door de CPNB (Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek).
De bedoeling van het project was om Nederlandse dichters in contact te brengen met bekende Nederlandse artiesten. De dichters zouden een gedicht leveren, dit bespreken met de popmusici die het daarna op muziek zouden zetten. Maar helaas, de groep heeft haar tekstleverancier Judith Herzberg nooit ontmoet. Via Jaap Eggermont (de toenmalige producer) kregen ze een paar gedichten toegezonden, waaruit ‘De tijd zegt niets’ gekozen werd.
Hoesontwerp Zing je Moerstaal, 1976
Earth and Fire heeft de tekst van Judith Herzberg als voordracht ingepast in een muzikale sfeer. Jerney leest het gedicht voor met een heel persoonlijke intonatie als een overpeinzing in zichzelf, een mijmering. Jerney vertelt in een interview dat ze best zou willen weten of hetgeen zij tussen de regels als gedachte opving, overeenstemde met wat Judith Herzberg bedoelde. Ze hield er altijd al van gedichten uit te pluizen en vond het leuk dat nu eens met muziek en in het Nederlands te doen.
Tekening van de binnenhoes van het album ‘Zing je moerstaal’.
De tekst voor Earth and Fire, een groep die zij niet kende, schreef Judith op reis in Israël. De woorden zijn even concreet, helder en gevoelig als wat kinderen in haar Hooglied konden horen. Het gaat zoals altijd in haar werk om heel intieme, bijna verzwegen zaken, die eenvoudig en met een zachte ironie worden verwoord.
Theo Hurts componeerde de muziek en arrangeerde het geheel: een ‘dreigende’ mellotronopening, een fluitje dat aan ‘Circus’ doet denken, een plotselinge ‘uitbarsting’ op de gitaar en Jerney die het gedicht voordraagt. Dat geheel maakt ‘De tijd zegt niets’ tot een van de betere bijdragen aan deze elpee.
De muziek herbruikte Theo Hurts later in het nummer Dizzy Raptures op het album Gate to Infinity.
In veel achtergrondartikelen over Earth and Fire wordt de band vaak geroemd om het gebruik van de Mellotron in hun werk. Vanaf het album ‘Song of the Marching Children’ tot en met ‘Gate to Infinity’ (en op kleinere schaal nog op ‘Reality Fills Fantasy’ en ‘Andromeda Girl’) gebruikte Earth and Fire dit unieke instrument. En niet alleen op de plaat, maar ook – als een van de eerste in Nederland – op de bühne.
De jarenlange relatie tussen Earth and Fire en de Mellotron startte toen Gerard in de Phonogramstudio in Hilversum (in 1970) een (grote) Mellotron zag staan. Hij was meteen verkocht. Ze gebruikten deze Mellotron bij de opnames van ‘Song of the Marching Children’ en daarna besloten ze er zelf een ‘voor onderweg’ aan te schaffen. Jerney Kaagman ontdekte via via waar de Mellotron in London werd gemaakt en verkocht. Nadat zij en Wijnand Lensvelt (de toenmalige roadmanager) het nieuwe mobiele apparaat in Engeland op hadden gehaald, speelde de band er tot het eind 1982 mee op de bühne en gebruikte deze ook in de studio. De groep beschikte over een M400.
Hans Ziech legde in een interview voor Muziek Parade uit 1971 uit: ‘Wij maken sinds kort gebruik van een Mellotron, niet omdat de Moody Blues dat ook doen, maar omdat dit instrument gewoon bij de muziek past. Daarom ook hebben wij een lichtshow.’ En Chris Koerts vertelde voor Muziek Express in 1972: ‘Toen we pas optraden met de Mellotron kreeg je veel reacties van: waar komt al dat geluid vandaan? Langzaam maar zeker is men gewend geraakt aan ons nieuwe geluid.’
Een Mellotron produceert een kenmerkend, ietwat ‘zwevend’ geluid. Om een goed beeld van de mellotron te krijgen, is het nummer ‘Memories’ een prachtig voorbeeld. ‘Memories’ start met een onheilspellend mellotron strijkersdeel, maar deze gaat snel over naar de ‘popmode’. De B-kant van Memories, ‘From the End Till the Beginning’, is een langzamer, maar beschouwend nummer met veel mellotron strijkers, fluit en blazers.
Gerard achter de mellotron in Alexandra Palace in Londen.
De Mellotron was net als de Roland synthesizer een ‘roadies nachtmerrie’ omdat het een onhandig en zwaar apparaat was. Maar de Mellotron was ook een kwetsbaar apparaat: zo moest eens een Earth and Fire optreden in De Bilt wegens een mankement lange tijd worden uitgesteld.
In de tachtiger jaren werd in veel bands de Mellotron ingeruild voor de nieuwere samplers en raakte de Mellotron in de vergetelheid. Er kwam weer vernieuwde interesse voor dit instrument door bands als Radiohead en Oasis. De ontstaansgeschiedenis De eerste Mellotron werd in 1963 geïntroduceerd. Deze was ontwikkeld door de gebroeders Bradley uit Birmingham als een verbeterde versie van de Chamberlin van de Amerikaan Harry Chamberlin. De naam werd afgeleid van MELOdy en elecTRONics, maar werd uiteindelijk met dubbel ‘l’ gespeld.
Het eerste type was een Mark I, al snel gevolgd door een Mark II en daarna door de M300. The Beatles maakten het instrument wereldwijd bekend door het gebruik ervan in hun uit 1967 stammende single ‘Strawberry Fields Forever’, maar het werd ook veelvuldig gebruikt door groepen als de Moody Blues, de Zombies, de Rolling Stones, Pink Floyd en King Crimson. Omdat dit instrument in de jaren zeventig het meest door progressieve en symfonische popgroepen werd gebruikt, werd de opvolger van de M300, de M400, wat compacter gemaakt. Het type M400 werd in 1970 ontwikkeld en daarvan werden er over de jaren zo’n 1.800 geproduceerd. De werking van de mellotron Een Mellotron is een elektrisch muziekinstrument met toetsen, waarbij het geluid geproduceerd wordt door middel van op magneetbanden opgenomen fragmenten. Bij het indrukken van een toets wordt een magnetische leeskop en een aandrukrol tegen de band gedrukt. Achter de banden draait een constant aangedreven as, zodat bij indrukken de band gaat bewegen en het daarop opgenomen geluid klinkt. Bij loslaten van de toets wordt de band door een veer weer in zijn beginpositie gebracht.
In het apparaat zitten 35 bandrecordertapes, elk met drie sporen, waarop steeds een toon van een bepaald instrument of groep gelijke instrumenten is opgenomen. Met een keuzeschakelaar kon door zijdelingse beweging van de koppenset andere klankkleuren gekozen worden. Meer klankkleuren zijn beschikbaar door andere bandensets in het apparaat te laden. Staat op een tape bijvoorbeeld op spoor 1 violen, op spoor 2 fluit en op spoor 3 cello, en wordt de leeskop op spoor 1 ingesteld dan hoor je dus een aangehouden toon van violen. Op die manier is het mogelijk om op de bühne zonder orkest toch orkestklanken te laten horen. Er kunnen op die tapes natuurlijk ook andere instrumenten opgenomen zijn: blazers, vibrafoon, kerkorgel, bas, pauken, etc. Ook is het mogelijk stemmen of zelfs koren via de Mellotron af te spelen. De tapes kunnen zonder veel moeite verwisseld worden en zo kan zelf een muziekarsenaal bepaald worden.
Voor iedere toonhoogte is een aparte band nodig. De banden hebben een beperkte speelduur van ongeveer 8 seconden. Hierdoor is bij lang aangehouden akkoorden een speciale speeltechniek nodig die bekend staat als ‘walking spider’.