Ton van der Kleij hield in zijn beroemde rode schriftje alle optredens van de band bij tot ergens in 1974. Hier en daar plaatste hij er een opmerking naast. Zo staat er ‘Pinkpop’ bij een optreden op 8 juli 1972. Stond Earth and Fire ooit op Pinkpop? We zochten het uit.
Meerdaags popfestival
We vroegen het aan Chris Koerts. Hij herinnerde zich inderdaad een meerdaags festival in Noord-Limburg. En vooral dat Genesis er optrad. Noord-Limburg, meerdaags festival, grote bands, dat klonk toch als Pinkpop. Maar hoe vaak we ook de lijsten met acts van 1972 en zelfs de jaren ervoor en erna doorspitten, geen Earth and Fire te vinden. Dus wat bedoelde Ton dan?
Midsummer Popfestival Meerlo
Na wat speurwerk ontdekten we dat het ging om het Midsummer Popfestival Meerlo. Een openlucht festival dat ook wel Merlin pop werd genoemd en de eerste editie in 1971 beleefde. Muziekkrant OOR repte van het ‘Woodstock van het Zuiden’. Het was een van de allereerste (Neder)popfestivals in Nederland, georganiseerd door de Jongerenbeweging Meerlo (J.B.M.). Camping Het Karrewiel werd op 8 en 9 juli 1972 provisorisch omgebouwd tot festivalterrein. Op het programma stonden naast Earth and Fire onder meer ook Supersister, Focus, Livin’ Blues, Alquin, Q65 en (ja Chris je had gelijk!) Genesis.
Ticket Midsummer Popfestival Meerlo 1972
Na een telefoontje met Hans Ziech bleek dat er in de aanloop naar de biografie van de band door Fred en Dick Hermsen ook al eenzelfde speurtocht was ondernomen. En dat zij ook bij Meerlo uit waren gekomen. Dit voorval bevestigt maar weer dat we altijd eerst bij Hans moeten informeren…
Oude opnames
Een van de initiatiefnemers van het festival was René Poels. Naast het in goede banen leiden van het festival filmde hij ook. Een aantal opnames heeft hij op YouTube gezet. Een van de opnames begint met krantenberichten over het festival en van de opbouw van het podium op een voetbalterrein. Het was een aardig regenachtig festival, want je ziet steeds meer plastic zeil en paraplu’s in het beeld verschijnen. Het festival kreeg ook landelijke aandacht want er waren ook reportagewagens van de NOS aanwezig en de presentatie werd gedaan door Anthony Parker van AVRO’s TopPop.
In de rubriek Tijd van Toen op L1 werd een tijd geleden in een reportage uitgebreid aandacht aan het popfestival Meerlo besteed. Daarbij werd videomateriaal van René Poels gebruikt. Op de pagina van Tijd van Toen kun je de video terugkijken. Op ongeveer 12 minuten hoor je Memories.
Oproep: Zijn er fans die bij dit festival aanwezig waren en nog fotomateriaal van Earth and Fire hebben?
Op 21 juli 1974 trad Earth and Fire nog een keer op op het Midsummer Popfestival Meerlo. Hier werd ook over geschreven. Inclusief prachtige foto van Jerney Kaagman.
Dagblad voor Noord Limburg van 22 juli 1974
Foto bij het artikel is afkomstig van de site van Supersister.
Na 46 jaar is het raadsel van de ‘Zür Grille bootleg‘, met de live-opname van het optreden in Minden, opgelost. Nadat oud-roadie Cees Roos een groot aantal van de in zijn bezit zijnde live-opnames van Earth and Fire via YouTube beschikbaar had gesteld, meldde de maker ervan zich in maart 2020. Het was op de kop af 46 jaar na het Duitse optreden. Het levensverhaal van Hermann Braunschmidt maakt veel duidelijk.
Als Hermann op ons verzoek iets meer over de achtergronden van de opname vertelt, beschrijft hij eerst zijn jeugd en zijn muzikale interesses. “Mijn eerste single was ‘I’m a Believer’ van The Monkees uit 1966. Ik luisterde in die tijd veel naar British Forces Broadcasting Service (BFBS), voornamelijk omdat de Duitse radio amper popmuziek draaide. Later werd dit Radio Luxembourg en Radio Noordzee.” Het eerste rockconcert dat hij bijwoonde was op 10 april 1972 van de Nederlandse band Ekseption. Hij werd weggeblazen door het volume, het geluid, het optreden van Rick van der Linden en de overheersing van het Hammondorgel. Daar ligt ook de oorsprong van zijn voorliefde voor bands waar het Hammondorgel een prominente plek in de muziek heeft. Hij luisterde in die tijd veel naar Emerson, Lake & Palmer, Deep Purple, Procol Harum, Uriha Heep en Nektar. “Ik hield niet van Hendrix, Led Zeppelin, Black Sabbath en al die andere gitaarbands. De muziek moest een orgel of ten minste een Rhodes piano bevatten.”
De overweldigende ervaring bij Ekseption was voor hem de aanleiding om liveoptredens vast te gaan leggen. Hij wilde die opwindende muzikale momenten voor altijd vasthouden. In oktober 1972 nam hij zijn eerste concert op. Het was een optreden van de Duitse psychedelische band Virus. Hermann was toen al zeer Hifi-georiënteerd en gebruikte een draagbare tape-recorder. Een opname moest voor hem het origineel zo dicht mogelijk benaderen. Hij had een hekel aan cassettebandjes. “In die tijd was de band Nektar mijn favoriet. De opname die ik op 30 mei 1974 van die band maakte, is een klassieker onder de Nektar-fans.” Hoe enthousiast en ondernemend hij op muziekgebied was blijkt uit het feit dat hij in die tijd zelfs een concert organiseerde. Het was in de Doppelaula in Minden, met zo’n 500 bezoekers. Voor Amnesty International.
Toegangsbewijs optreden Minden, Duitsland
Weer eens terugluisterend snapte Hermann in eerste instantie niet goed waarom de opname van Earth and Fire in Minden kwalitatief zoveel minder is dan alle opnames die hij ervoor en erna maakte. De opname van Earth and Fire werd gemaakt met een draagbare Telefunken taperecorder met een losse microfoon. Hij is er zelf na al die jaren nog wat verbaasd over, want normaal gebruikte hij een Sony TC 377 in een beschermende houten doos, 50 meter kabel (van de grasmaaier van zijn ouders), microfoonstandaards etc. Samen met een vriend sjouwde hij dat allemaal 5 kilometer te voet vanaf zijn huis naar het zaaltje Zür Grille of de Doppelaula. Toen hij die vriend recent sprak en naar het optreden vroeg, wist die vriend niet waar hij het over had. “Hij had totaal geen herinneringen aan het optreden, zelfs niet het decolleté van Jerney. Dus hij is er niet geweest.” Hermann vermoedt dat die vriend op het laatste moment niet mee kon en dat hij uit nood over moest gaan op de draagbare Telefunken taperecorder omdat hij niet in zijn eentje de andere opnameapparatuur kon dragen. De Telefunken taperecorder had hij overigens van een leraar geleend.
Hij was in die tijd gek op de muziek van Earth and Fire. Zijn vriendin had het album ‘Atlantis’ waar ze samen uren naar luisterden. Hermann zegt over het optreden: “Het concert was ‘pure heaven’, fantastisch geluid, vier witte Altec ‘Voice of the Theatre’ speakers aan elke kant van het podium. Het eerste deel Atlantis/In the Mountains was ‘mind blowing’. Zo veel beter dan op de LP.” Dit bleef zijn verdere leven een favoriet. Naast ‘From the End Till the Beginning’ en ‘Storm and Thunder’. De hits ‘Memories’ en ‘Maybe to Morrow Maybe Tonight’ vond hij ook erg goed gespeeld tijdens het optreden. “De muziek, het geluid, de verlichting en het decolleté van Jerney maakten het die nacht tot een van de meest onvergetelijke concerten van mijn leven.”
Na zijn middelbare school kwam Hermann, hoe kan het ook bijna anders, in de Hifi-business terecht. Hij was daarin vanaf 1984 zelfstandig ondernemer. Totdat begin jaren negentig de omzet in de Hifi kelderde en hij wat anders ging doen. Hij legde zich toe op het omzetten van opnames van analoog naar digitaal. Hij deed dit voor een Duits label genaamd Garden of Delights. Het label bestaat nog steeds en verzamelt en herstelt opnames van progressieve rock en zet dat op CD zodat liefhebbers er alsnog van kunnen genieten. Hermann was een van de eerste gebruikers van de CD-brander en zijn live-opname van Earth and Fire was een van de eerste live-opnames die hij op CD brandde. Niet voor commercieel gewin, maar om het met andere liefhebbers uit te wisselen. In die tijd ruilde hij CD’s met een Nektar-fan uit Amerika. De fan had een enorme hoeveelheid cassettebandjes met live-opnames van Nektar. De Amerikaan gaf Hermann de live-muziek en in ruil daarvoor gaf Hermann de opnames terug op CD. Hij denkt dat een vriend van die Nektar-fan de sleutelfiguur moet zijn geweest in het verspreiden van zijn live-opname naar Japan. Maar harde bewijzen heeft hij daar niet voor. Hij vindt het ook niet nodig om dit te achterhalen, hij heeft al jaren geen contact meer met die mannen.
Hermann was altijd op zoek naar andere live-opnames van Earth and Fire uit begin jaren zeventig. Daarvoor heeft hij eind jaren negentig ook nog contact gehad met enkele Earth and Fire fans in Nederland. Zo vernam hij dat zijn unieke live-opname van Minden inmiddels als bootleg in Japan was uitgegeven. Hermann was wel enigszins teleurgesteld toen hij ontdekte dat zijn opname zonder zijn toestemming gebruikt was. Al was die ervaring niet nieuw voor hem, dat had hij al eerder meegemaakt met andere live-opnames. Het geeft alleen maar aan hoe uniek het was dat hij in die tijd zulke professionele opnames maakte.
Na 1975 verloor hij zijn interesse in Earth and Fire, hij kon de commerciële kant die de band opging minder waarderen. Hij denkt dat hij ze in de Weekendtijd in Berlijn nog een keer heeft zien optreden bij de Radiotentoonstelling. Of, mijmert hij, misschien heeft hij dat verzonnen toen hij over het blauwe leren pak van Jerney droomde.
Tot slot vertelt hij dat hij vanaf begin jaren negentig tot 2013 de belangrijkste Procol Harum geluidsarchivaris was. Tegenwoordig gaat hij naar concerten zonder bepakt en bezakt te zijn met opname- apparatuur en microfoons. Wat een compleet nieuwe ervaring voor hem is. Toch heeft hij soms nog wel eens spijt zijn apparatuur niet bij zich te hebben. Zo zag hij eind vorig jaar NEXT OF KIN in de Boerderij in Zoetermeer waar hij achteraf toch graag een opname van had willen hebben… Eens een liefhebber, altijd een liefhebber.
Recensie optreden Earth and Fire in Minden
Een aantal bijzonderheden over het optreden in Minden:
Van de opname van Hermann Braunschmidt is de Japanse Bootleg gemaakt. Op de CD staat dat de opname in München is gemaakt. Dit is duidelijk door de onwetende derde fout aan de Japanse label doorgegeven. Het concert was in het minder bekende Minden.
De bootleg (Die Harikiri, 300 exemplaren) bevat slechts een deel van het concert. Hermann heeft zijn opname nooit ingekort. Hij vermoedt dat dit door het Japanse label is gedaan om het op de CD te laten passen.
Grille is een zaal in Minden. Er konden toen ongeveer 700 à 800 man in die zaal. De zaal bestaat niet meer. Het is in 2008 afgebroken. [update 25 juli 2020]
Het café Grille in 1974 waar het optreden in Minden plaats vond. Foto Hermann Braunschmidt.
Hoewel Gifhorn in de naaste omgeving ligt, is Hermann daar niet geweest en dus ook niet verantwoordelijk voor die live-opname. Onbekend is wie dat wel is. Wie weet komen we daar ook ooit nog achter.
Op de site guitars101.com staat de bootleg-CD als een ‘semi official bootleg’ vermeld. Er wordt zelfs gesuggereerd dat het uitstekende geluid afkomstig is van het ‘soundboard’ van de geluidstechnicus van de band. Alsof de band zelf achter de opname zou zitten. Nu we het verhaal van Hermann kennen, kunnen we deze complottheorie gelukkig naar het rijk der fabelen verwijzen.
Veel dank aan Hermann Braunschmidt voor het delen van zijn herinneringen.
Zin in meer achtergrondverhalen? Ga naar In Focus.
In veel achtergrondartikelen over Earth and Fire wordt de band vaak geroemd om het gebruik van de Mellotron in hun werk. Vanaf het album ‘Song of the Marching Children’ tot en met ‘Gate to Infinity’ (en op kleinere schaal nog op ‘Reality Fills Fantasy’ en ‘Andromeda Girl’) gebruikte Earth and Fire dit unieke instrument. En niet alleen op de plaat, maar ook – als een van de eerste in Nederland – op de bühne.
Gerard achter de mellotron in Alexandra Palace in Londen, zomer 1973.
De jarenlange relatie tussen Earth and Fire en de Mellotron startte toen Gerard in de Phonogramstudio in Hilversum (in 1970) een (grote) Mellotron zag staan. Hij was meteen verkocht. Ze gebruikten deze Mellotron bij de opnames van ‘Song of the Marching Children’ en daarna besloten ze er zelf een ‘voor onderweg’ aan te schaffen. Jerney Kaagman ontdekte via via waar de Mellotron in London werd gemaakt en verkocht. Nadat zij en Wijnand Lensvelt (de toenmalige roadmanager) het nieuwe mobiele apparaat in Engeland op hadden gehaald, speelde de band er tot het eind 1982 mee op de bühne en gebruikte deze ook in de studio. De groep beschikte over een M400.
Hans Ziech legde in een interview voor Muziek Parade uit 1971 uit: ‘Wij maken sinds kort gebruik van een Mellotron, niet omdat de Moody Blues dat ook doen, maar omdat dit instrument gewoon bij de muziek past. Daarom ook hebben wij een lichtshow.’ En Chris Koerts vertelde voor Muziek Express in 1972: ‘Toen we pas optraden met de Mellotron kreeg je veel reacties van: waar komt al dat geluid vandaan? Langzaam maar zeker is men gewend geraakt aan ons nieuwe geluid.’
Een Mellotron produceert een kenmerkend, ietwat ‘zwevend’ geluid. Om een goed beeld van de mellotron te krijgen, is het nummer ‘Memories’ een prachtig voorbeeld. ‘Memories’ start met een onheilspellend mellotron strijkersdeel, maar deze gaat snel over naar de ‘popmode’. De B-kant van Memories, ‘From the End Till the Beginning’, is een langzamer, maar beschouwend nummer met veel mellotron strijkers, fluit en blazers.
De Mellotron was net als de Roland synthesizer een ‘roadies nachtmerrie’ omdat het een onhandig en zwaar apparaat was. Maar de Mellotron was ook een kwetsbaar apparaat: zo moest eens een Earth and Fire optreden in De Bilt wegens een mankement lange tijd worden uitgesteld.
In de tachtiger jaren werd in veel bands de Mellotron ingeruild voor de nieuwere samplers en raakte de Mellotron in de vergetelheid. Er kwam weer vernieuwde interesse voor dit instrument door bands als Radiohead en Oasis. De ontstaansgeschiedenis De eerste Mellotron werd in 1963 geïntroduceerd. Deze was ontwikkeld door de gebroeders Bradley uit Birmingham als een verbeterde versie van de Chamberlin van de Amerikaan Harry Chamberlin. De naam werd afgeleid van MELOdy en elecTRONics, maar werd uiteindelijk met dubbel ‘l’ gespeld.
Het eerste type was een Mark I, al snel gevolgd door een Mark II en daarna door de M300. The Beatles maakten het instrument wereldwijd bekend door het gebruik ervan in hun uit 1967 stammende single ‘Strawberry Fields Forever’, maar het werd ook veelvuldig gebruikt door groepen als de Moody Blues, de Zombies, de Rolling Stones, Pink Floyd en King Crimson. Omdat dit instrument in de jaren zeventig het meest door progressieve en symfonische popgroepen werd gebruikt, werd de opvolger van de M300, de M400, wat compacter gemaakt. Het type M400 werd in 1970 ontwikkeld en daarvan werden er over de jaren zo’n 1.800 geproduceerd. De werking van de mellotron Een Mellotron is een elektrisch muziekinstrument met toetsen, waarbij het geluid geproduceerd wordt door middel van op magneetbanden opgenomen fragmenten. Bij het indrukken van een toets wordt een magnetische leeskop en een aandrukrol tegen de band gedrukt. Achter de banden draait een constant aangedreven as, zodat bij indrukken de band gaat bewegen en het daarop opgenomen geluid klinkt. Bij loslaten van de toets wordt de band door een veer weer in zijn beginpositie gebracht.
In het apparaat zitten 35 bandrecordertapes, elk met drie sporen, waarop steeds een toon van een bepaald instrument of groep gelijke instrumenten is opgenomen. Met een keuzeschakelaar kon door zijdelingse beweging van de koppenset andere klankkleuren gekozen worden. Meer klankkleuren zijn beschikbaar door andere bandensets in het apparaat te laden. Staat op een tape bijvoorbeeld op spoor 1 violen, op spoor 2 fluit en op spoor 3 cello, en wordt de leeskop op spoor 1 ingesteld dan hoor je dus een aangehouden toon van violen. Op die manier is het mogelijk om op de bühne zonder orkest toch orkestklanken te laten horen. Er kunnen op die tapes natuurlijk ook andere instrumenten opgenomen zijn: blazers, vibrafoon, kerkorgel, bas, pauken, etc. Ook is het mogelijk stemmen of zelfs koren via de Mellotron af te spelen. De tapes kunnen zonder veel moeite verwisseld worden en zo kan zelf een muziekarsenaal bepaald worden.
Voor iedere toonhoogte is een aparte band nodig. De banden hebben een beperkte speelduur van ongeveer 8 seconden. Hierdoor is bij lang aangehouden akkoorden een speciale speeltechniek nodig die bekend staat als ‘walking spider’.